En ineens gaat er weer een nieuwe wereld voor me open. Ik heb een workshop kaas maken geboekt, in de bible belt, op eerste paasdag. E en ik rijden er naartoe, langs linten van boerderijen met goed geschilderde luiken, vers aangeharkt grind en blinkende ramen. In de dorpsstraten is het stil, het is zelfs nog te vroeg voor een kerkgang. Zitten we wel goed? Ik pak mijn telefoon en check in mijn mail de datum van de workshop. Ja, zondag 31 maart, het staat er echt. We parkeren de auto en lopen een particulier terrein op. Voor een tweelaags huis dat bestaat uit vijf aan elkaar geschakelde vijfhoeken, staan vier vrouwen in lange broek. De gastvrouw komt ons lachend tegemoet. De kerk is ver weg.
In een groep van tien gaan we vandaag leren hoe we van biologische melk, karnemelk en vega stremsel een kaasje maken van pakweg 250 gram per persoon. De wei kunnen we meenemen als we dat willen. Dat willen we wel. En het afgietsel dat ontstaat na de tweede verhitting van de wrongel ook. Lekker voor een voetenbadje, krijgen we als tip mee. Als de kaasjes onder de pers staan uit te druppen, neem ik plaats op een houten kruk met schapenvacht, waar we een lunch nuttigen van in een Dutch oven gefrituurd brooddeeg met kruiden en knoflook - uiteraard op een houtvuurtje verwarmd - met boerenkaas en romige zelfgemaakte courgettesoep.
Ondertussen laat de gastheer zijn kudde fris geschoren Drentse heideschapen naar buiten. Erachter jaagt een puberkoe de kudde op. We leren welke kruiden we kunnen eten uit deze groene weide, als opwarmertje voor een andere workshop die we hier kunnen volgen.
‘s Middags gaan we aan de slag met het karnen van room tot boter. De gekarnde melk en de boter gaan ook mee naar huis. We sluiten op de krukjes af met thee van eigen kruiden en zelfgebakken marmercake. De wc-gang is een belevenis op zich: even zelf met de gieter het waterreservoir vullen met opgevangen regenwater svp. En de prachtige, zelfgetimmerde schaapskooien die dienen als even-bukken-bij-binnenkomst-bed & breakfast, maken de middag tot een paradijselijk geheel, samen met het geklok-klok-klok van de kalkoenen en het guitige gestap van de loopeenden.
Een bijzondere ervaring om verschillende zuivelproducten voor het eerst zelf te maken. Met de wrongelsnijder de gestremde melk in stukjes roeren en daarna lekker met de handen de zachte wrongel fijnknijpen. Wat deze dag nog inspirerender maakt, is dat deze een voor mij geheel nieuwe wereld ontsluit. Twee dames in de groep vertellen over de lessen die ze tot nu toe hebben gevolgd om meer zelfvoorzienend te kunnen leven of te ‘survivallen’. De een volgt een opleiding hieromtrent, waarbij ze onder andere drie dagen moet vasten, zodat ze straks ook een paar dagen zal kunnen overleven met de beperkte hoeveelheid voedsel die ze over een paar maanden tijdens een tocht naar Zweden in het bos zal kunnen vinden. Met grote ogen luister ik naar haar verhalen.
Drie dagen vasten lijkt mij op zich al de hel, niet iets wat ik vrijwillig zou doen. Daarom vraag ik hoe ze ertoe is gekomen om hiervoor te kiezen. Droogjes vertelt ze dat ze de informatie over de opleiding van tevoren niet goed had gelezen. Dat vind ik sympathiek. De andere dame vertelt over de workshops over het villen en prepareren van wild, zoals haas, everzwijn en hert - of rendier - daar wil ik vanaf wezen. Ik zie al voor me hoe ze met een auto vol everzwijn weer huiswaarts keert of een mes zet in de moeder van Bambi.
Om toch een beetje indruk te kunnen maken op mijn gesprekspartners, vertel ik over de duif die ik ooit zonder voorkennis heb geplukt, leeggehaald en bereid. En over het kraken van de botjes dat ik daarbij had waargenomen en de weerzin die ik daarbij moest overwinnen. Ik vertel de stoere vrouwen er ook bij dat ik de nacht na mijn eerste duivenborst niet heel goed had geslapen.
Van de vrouwen leer ik dat er een wereld aan cursussen, workshops en opleidingen bestaat om te leren overleven in de natuur of om zelfvoorzienend te kunnen leven. Sinds covid, denkt de een. “Vanwege het steriele kantoorleven”, zegt de ander. Om te preppen, vreest een derde deelnemer van de workshop die ons gesprek opvangt. “Omdat het leuk is om nieuwe dingen te leren”, roept een vierde. Vanwege de leeftijd, denk ik. Als je ouder wordt, krijgen veel mensen meer oog voor de natuur en het is fijn om je daar meer mee verbonden te voelen. “Nee hoor, dat hebben twintigers en dertigers ook”, hoor ik iemand zeggen. Omdat we snakken naar eerlijk en ambachtelijk. Ik knik. Daarom allemaal.
Ik blijf het apart vinden dat commerciële bedrijven dan meteen in die behoefte voorzien door cursussen aan te bieden om zo natuurlijk mogelijk te leven. Iets vergelijkbaars had ik ook al gemerkt aan de fascinerende verslagen van influencers op youtube, waarin ze laten zien hoe ze een homestead opbouwen of verwaarloosde lappen grond in landen als Portugal of Italië tot een idyllische woonplek of een community omturnen. Die vloggers vragen zonder schroom om donaties om hun project mede te financieren. Ik kijk er met honderdduizenden anderen met veel genoegen naar. We zijn wonderlijke wezens.
Maar bovenal heb ik een geweldige dag gehad. Het is heerlijk om met een groep mensen iets nieuws te leren, om samen iets te maken, om uit te wisselen hoe kaas ooit is ontstaan, om samen rond een kampvuur te eten en daar de tijd voor te nemen, om meer mensen te ontmoeten die op zoek zijn naar een eenvoudiger leven met meer ambachtelijkheid.
E en ik rijden geïnspireerd terug naar huis. “Wij kunnen zelf ook meer doen op ons terrein”, zegt hij. Ik knik en denk meteen aan het fors uitbreiden van de moestuin, aan de aanschaf van een grote glazen kas en het kleien van een pizza oven. “Vaker een vuurtje maken”, zegt E. “Een tarp ophangen.” En meer mensen om me heen, denk ik erbij. Want het samenzijn in een groep onbekenden was lang geleden en had voor mij iets magisch, als een ritueel.
De volgende dag bak ik pannenkoeken met wei (en met eieren van eigen kippen) en maak drie eetlepels ricotta van de rest van de wei. Echt lollig dat je met een paar liter melk zoveel lekkere dingen tevoorschijn kunt toveren. En dat daar een workshop voor is. Ik hap in een pannenkoek met maple syrup, denk aan drie dagen vasten en neem er nog maar eentje. Je kunt beter maar voorbereid zijn.
Lees ook wat er aan vooraf is gegaan in het boek 'Ik vertrek naar het platteland'.
Of begin bij Deel 1 van de serie blogs over Zelfvoorzienend leven:
Comments