Het is een rommeltje in de tuin. De manshoge stengels van de aardpeer hangen zijwindscheef, de bovenste bladeren van de tomatenplanten zien krakerig bruin en de zaaddozen van de lupines confronteren me met de intrede van de herfst. Daarnaast moet het gras nodig gemaaid, het grind geharkt, uitgebloeide bloemen verwijderd en...
Ik heb een paar weken weinig tijd gehad voor de tuin dus nu is het aanpoten. Gelukkig is het oogsttijd. En hoe! Wekenlang pluk ik al cherrytomaatjes. Voor in de salade of geroosterd bij pasta of op de plaattaart. Vandaag haal ik de laatste tomaten eraf en rooi de planten.
Voor het eerst bekijk ik de cayennepeperplantjes eens goed. Ook die haal ik leeg. Waar ik vorig jaar een schamele negen pepertjes oogstte, haal ik nu voor de komende 26 jaar aan pepertjes uit de tuin. Ik rijg slingers om ze te drogen. Die hang ik voor het raam. Gedroogd kan ik de peper twee jaar bewaren. Buren en bezoek geef ik met zachte dwang een zakje pepertjes mee want die 26 jaar blijven ze natuurlijk niet goed.
E komt aanlopen met de eerste vier kweeperen uit onze nieuwe fruitboom. Daar moet ik ook nog iets mee. Maar eerst even samen twee emmers Gieser Wildeman stoofperen bereiden, in porties verdelen en invriezen. En anderhalve emmer appels tot moes stampen en in glazen potjes stoppen.
De Chinese boontjes zitten al in 2-persoonsporties in de diepvries, net als de kruiwagen aan boerenkoolbladeren die we hebben kunnen redden van de vraatzuchtige maar o zo schattige rupsen van het kleine koolwitje. Twee grote koolrabi’s hebben we tijdig kunnen oogsten. Die had ik als babyplantjes gekregen van een vriendin.
Het zou kunnen dat we in de afgelopen zeven dagen een gehakte rups of twee hebben verorberd. Want naast de spruitjes, de groene, de boeren- en de palmkool is dit legioen van spekkig kruipsel nu ook aan de rucola begonnen. En daar hebben we best wat van gegeten.
Eén aardpeerplant van de twee heb ik geoogst. Onder de lange, stevige stengel groeide een stuk of twintig vruchten. Ik zie er een beetje tegenop om ze te bereiden omdat ze de naam hebben flatulentie op te wekken. Misschien iets maken in combinatie met venkel? Binnen een week moet ik er iets mee.
De mais haal ik er ook maar uit. Een paar weken geleden waren de dunne stengels omgewaaid, waardoor ik vreesde dat de kolven niet tot volledige wasdom zouden komen. Ik ruk de planten uit de grond, geef ze aan de schapen die gretig de groene bladeren tussen de lippen nemen, en gooi de elf kolven in een emmer.
E plant ondertussen de drie uit zaad opgekweekte rabarberplantjes langs de slootkant. Ik hoop dat een van de drie over twee jaar de eerste stengels zal opleveren. Achter me hoor ik de motor van de maaier en daarna de elektrische heggenschaar.
‘s Avonds eten we weer overheerlijk: in rode wijn gestoofde onbespoten stoofperen met kaneel en kruidnagel, met een sappige gekookte maiskolf, vers van het land, Chinese sperzieboontjes met een blokje zachte blauwe kaas en gebakken krieltjes uit eigen tuin. Hallelujah, amen. Ik verklaar dit moestuinseizoen, ondanks het leger aan rupsen, voor geslaagd.
Lees ook wat er aan vooraf is gegaan in het boek 'Ik vertrek naar het platteland'.
Of begin bij Deel 1 van de serie blogs over Zelfvoorzienend leven
Comentarios