Een zelfvoorzienend leven is duur, hard werken en je hebt nooit meer vrij, lees ik ergens. Dat is nog eens een verfrissende kijk op de zaak, na alle romantische videoverslagen van knappe, jonge stellen die met of zonder kinderen alle schepen achter zich verbranden om ergens op de wereld een homestead te beginnen.
Duur omdat je veel geld moet uitgeven voor een stuk grond waarop je kunt verbouwen, wonen en eventueel dieren kunt houden; hard werken omdat je veel tijd kwijt bent met het optuigen en later onderhouden van al wat er op je landje leeft; en inderdaad: daar ben je iedere dag mee in de weer, dus eigenlijk kun je nooit meer weg.
Na een spontane lach om deze recht door zee benadering, word ik ook een beetje verdrietig. Want ik heb die gedachten ook gehad, meer dan eens. Om te beginnen met ‘nooit meer weg kunnen’. In de afgelopen zeven jaar dat we hier wonen, hebben we onze vakantie zes keer rond de tuin gepland, omdat in de zomer het gras moet worden gemaaid en de planten bewaterd. Doen we dat even niet, dan zitten we de rest van het seizoen met verdorde planten of een gehavende grasmat, zo hebben we het eerste jaar gemerkt. En daar word ik pas ècht verdrietig van. De natuur dicteert. Dus als we weg willen, dan doen we dat tegenwoordig in het vroege voorjaar of in de late herfst.
Zelfvoorzienend leven duur? Een stuk grond hebben we al, dus daar hoeven we geen geld meer aan uit te geven. Maar dat is inderdaad niet goedkoop. Als we ons focussen op het verbouwen van zo veel mogelijk eigen groenten en fruit, zoals we van plan zijn, en de levende have beperken tot kippen en katten, dan hebben we voldoende ruimte om een substantieel deel van ons voedsel zelf te verbouwen. De kunst is natuurlijk om dat dusdanig slim te doen dat er voldoende spreiding is gedurende het jaar. En daar voel ik de stress al opkomen.
Ik overzie eerlijk gezegd nu al niet hoe ik voorkom dat we in de zomer veel te veel eten hebben en de rest van de maanden bijna niks, maar ook waar ik al die zaailingen kwijt moet zolang ze nog niet naar buiten kunnen, waar ik de tijd vandaan haal om de plantjes buiten af te harden, hoe ik onthoud wat iedere plant wanneer nodig heeft, wanneer ik teveel of te weinig water geef en hoe ik al dat eetbaars lang genoeg kan bewaren en waar dan… Help!
Ze zeggen dat moestuinieren ontspanning biedt. Maar ik heb er nu al stress van.
Heb ik al verteld dat sommige zaailingen in de vensterbank last van omvalziekte hebben? Of door een slak worden opgepeuzeld voordat ze uit de kiemblaadjes zijn gegroeid? Ik heb zelf ook een beetje last van omvalziekte. En dan moet het harde werken nog beginnen.
Moestuinieren is een kwestie van omvallen en weer doorgaan. Een soort van luctor et emergo. Lichtpuntje: de eerste tuinbonen steken voorzichtig hun kop boven de grond. Ik houd het glas van de koude bak er nog wel even boven, want anders eten de vogels die frummels op. Het gevaar is overal.
En dan is er onlangs ook nog een wolf gesignaleerd.
Lees ook wat er aan vooraf is gegaan in het boek 'Ik vertrek naar het platteland'.
Of begin bij Deel 1 van de serie blogs over Zelfvoorzienend leven:
Comments