Ik vind het best een worsteling, dat nadenken over een zelfvoorzienend leven. Neem nu het stuk appeltaart dat voor me staat en dat mij het water in de mond doet lopen. Van alle ingrediënten - boter, suiker, bloem, ei, appel, citroensap, vanille-extract - kunnen wij op dit moment slechts twee bestanddelen uit eigen tuin halen. En niet eens voor een appel en een ei. (Die twee dus.) Wat heb ik toch een moeilijk leven. Ik neem nog maar eens een hap. Misschien gaat het nadenken dan beter.
Waar waren we? Oh ja, er zijn twee grote stappen die we op dit moment zouden kunnen zetten om weer iets meer zelfvoorzienend te leven. Tenminste, dat denk ik. De ene is elektrisch autorijden, de andere: zoveel mogelijk groente en fruit zelf verbouwen. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat een elektrische auto voor ons nogal begrotelijk is.
Daarnaast is het bereik van het kleinste alternatief dat we eventueel nog wel zouden kunnen betalen, te gering voor waar we de auto voor gebruiken. Bovendien zullen we dan óf nog meer zonnepanelen dan de 36 die we al hebben moeten installeren óf een mini windmolen moeten plaatsen. Maar waar? Een kleine windmolen, die in dit geval zoden aan de dijk zou zetten, mag niet, onder andere omdat we pal onderaan die dijk van de zoden wonen. En omdat we geen agrariërs zijn.
In onze omgeving hebben een paar boeren wel een relatief kleine windmolen op eigen terrein mogen zetten. Zonnepanelen erbij dan maar? Onze vrije dakdelen zouden zwichten onder het gewicht van nog meer collectoren. Daarom rijden we nog maar even door in wat we hebben. Bovendien geeft het me meer voorpret en lots of verkneukeling om eigen voedsel te verbouwen dan om te denken aan de aanleg van extra technische voorzieningen.
Met zelf fruit kweken zijn we al een heel eind op weg met de 21 oude en nieuwe fruitbomen die in de hoogstamboomgaard staan. We genieten het jaar rond van pruimenjam en appelmoes uit diepvries en pot. Daarnaast plukken we een aantal weken per jaar kersen, bosaardbeitjes, frambozen, perziken, hand- en stoofperen, vijgen, een enkele moerbei en zwarte bes, en rapen we steeds meer walnoten van eigen boom. Als het een beetje meezit, komt hier de komende jaren nog kaki bij. Ik weet het, die hoort hier helemaal niet thuis. Maar we proberen het toch. En we hebben deze winter nog acht bessenstruiken geplant. Omdat we nog niet genoeg fruit hadden, natuurlijk.
Dan de afdeling groenten. Sinds een half jaar ben ik me aan het verdiepen in het moestuinieren. Ik heb een jaaroverzicht gemaakt zodat ik weet wanneer ik wat kan zaaien en oogsten, en welke planten beter wel en beter niet bij elkaar geplaatst kunnen worden. Uren aan besteed. Krijg ik kort daarna een tijdschrift kado met daarin een veel duidelijker overzicht. Natuurlijk heeft een ander dat allang uitgezocht. Waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht?
Inmiddels heb ik op twee vellen papier ook een zaai- en plantschema gemaakt voor de verschillende verhoogde bedden die we in elkaar hebben gestapeld van straatstenen. Lekker met potlood rondjes gekleurd. Rood is een biet, groen is spinazie, paars is knoflook.
Ik was zo blij als een kind dat ik in november in ieder geval nog knoflook kon planten. Daarna was de decembermaand bijna niet vol te houden, zo lang. Begin januari hield ik het echt niet meer. Ik bedacht ineens dat sla bijna het hele jaar rond wel te kweken is onder glas. Net als koriander en rucola. Dus nu staat de vensterbank vol met deze smaakvolle groentjes. De slaplantjes heb ik op de eerste dag van februari verspeend. En blij dat ze zijn met die eigen ruimte. Na een paar dagen zie ik alweer extra blaadjes verschijnen.
Ongeduld dat ik ben, heb ik ook al spinazie en tuinbonen in de koude bak gezaaid. Maar daar gebeurt na tien dagen nog heel erg weinig. Zou dat soms door de vrieskou komen? De broccoli, veldsla en rode pepers geven daarentegen na een paar dagen al een teken van leven. Hoi, hoi, hoi! Maar die staan dan ook binnen. De basilicum en peterselie nemen hun tijd. En de rozemarijn die ik gisteren heb gezaaid zal ook ongeveer een maand nodig hebben.
Moestuinieren is een cursus in omgaan met teleurstellingen, lees ik ergens. Dat wil ik helemaal niet horen. Ik kijk liever de zaadjes de grond uit, geef ze iedere dag een slokje water en praat heel zoet tegen de kiemlobben die verschijnen. Wat zien die er toch aandoenlijk uit.
Lees ook wat er aan vooraf is gegaan in het boek 'Ik vertrek naar het platteland'.
Of begin bij Deel 1 van de serie blogs over Zelfvoorzienend leven:
Comentários